Tritip is een stuk vlees wat je vaak voorbij ziet komen op m’n insta. Het is een super lekker stuk vlees en erg vergevingsgezind. Vandaag dient hij als basis op brood samen met truffelmayonaise, rucola en gerse rotterdamsche oude kaas.
Wat heb je nodig? 1 grote aubergine 2 tros tomaten 250 gram mozzarellakaas Tomatenpasta saus 2 knoflookteentjes 1 theelepel basilicum zout en zwarte peper naar smaak
Deze beste burger is helemaal niet zo lastig te bereiden, maar wel super lekker! Ik wilde eigenlijk al langer iets doen met beenmerg door een gerecht heen. Vandaag maakte ik dan ook zelf het gehakt voor de burgers met het beenmerg er doorheen. Dit samen met een mooie plak raclette kaas met uien gepresenteerd op een lekker crispy broodje.
Tijdens de week zonder vlees kan ik als Grillmeester Matthijs natuurlijk niet achterblijven. Maar eerlijk gezegd… Ik had de inspiratie even niet. Dus vroeg ik aan chatgpt, de inmiddels beruchte artificiële intelligentie, een vegetarisch gerecht voor op de kamado. Met nog wat aanpassingsvragen kwam dit overheerlijke Pulled Portobello broodje eruit rollen. Ik heb het exact zo gemaakt als chatgpt had voorgesteld.
Wat heb je nodig?
Voor de pulled portobello:
5 hgrote portobello champignons, schoongemaakt en in dunne plakjes gesneden
1/2 kopje barbecuesaus (kies uw favoriete merk)
2 eetlepels olijfolie
2 teentjes knoflook, fijngehakt
1/2 theelepel gerookt paprikapoeder
1/2 theelepel uienpoeder
1/2 theelepel zout
1/4 theelepel zwarte peper
Voor de koolsla:
2 kopjes geraspte rode kool
1/2 kopje geraspte wortel
1/4 kopje fijngehakte rode ui
1/2 kopje fijngehakte groene appel
1/4 kopje mayonaise
1 eetlepel Dijon mosterd
1 eetlepel appelazijn
1 theelepel honing
zout en peper naar smaak
Voor de broodjes:
8 broodjes naar keuze (bijvoorbeeld brioche broodjes)
2 eetlepels olijfolie
4 plakjes violife cheddar kaas
Hoe dan?
Meng de barbecuesaus, olijfolie, knoflook, gerookt paprikapoeder, uienpoeder, zout en peper in
een kom. Voeg de portobello plakjes toe en roer tot ze volledig bedekt zijn met het mengsel. Laat marineren gedurende ten minste 30 minuten (of ’s nachts in de koelkast).
Meng voor de koolsla de geraspte kool, wortel en rode ui in een kom. Meng in een aparte kom de mayonaise, Dijon mosterd, appelazijn, honing, zout en peper tot een dressing. Voeg de dressing toe aan de koolsalade en roer tot alles gelijkmatig verdeeld is. Zet apart.
Verwarm de kamado tot ongeveer 200 graden Celsius.
Bak de portobello plakjes ongeveer 15-20 minuten, of tot ze zacht zijn en de saus begint te karamelliseren. Roer ze af en toe om.
Snijd de broodjes open en bestrijk de binnenkant van elke helft met de gesmolten boter. Leg op de kamado en grill ze tot ze licht geroosterd zijn. Leg op elk broodje een plakje cheddar kaas en grill nog 1-2 minuten, of tot de kaas gesmolten is.
Verdeel de pulled portobello over de onderste helft van elk broodje. Bedek met de koolsla en de bovenste helft van het broodje.
Serveer de broodjes direct.
Dit is een heerlijk en vullend vegetarisch gerecht dat perfect is voor een snelle en gemakkelijke maaltijd. Geniet ervan!
Vorige week waren we lekker in Engeland waar er wel een barbecue was, maar de GrillMeester toch echt ook even vakantie hield. Super leuk om daar wel de nodige inspiratie op te doen en de diverse supermarkten af te struinen. Wij deden de boodschappen graag bij Waitrose en die hebben op hun site ook tal van recepten staan. Dus direct bij thuiskomst de kamado opstoken en iets maken vanuit het scala aan recepten van de Waitrose.
Soms heb je zin in spareribs. Soms heb je niet zo gek veel tijd. Eigenlijk gaat er niets boven de 3-2-1 methode voor het sappig houden van de ribbetjes. Zes uur had ik vandaag niet, maar ja… wel die trek in ribbetjes (ook omdat m’n zoontje niet ophield met vragen om spareribs). In mijn zoektocht naar het halveren van de tijd kwam het volgende eruit.
Het is tijd om weer eens een gehele maaltijd vanaf de barbecue te krijgen. Saltimbocca is van origine een gerecht met kalfsvlees en rauwe ham. Wat nu als ik het eens probeer met kabeljauw en panchetta? Klinkt als een goed plan toch?
De boulet à liégeoise, Luikse Balletjes is een Belgisch gerecht gemaakt van balletjes gemengd varkens- en rundvleesgehakt in een zoetzure saus. Zoals je kan verwachten met de naam, komt het gerecht uit de stad Luik in Wallonië.
De gehaktballen braad je even aan in de Dutchoven waarna je een saus maakt op basis van uien, bier, azijn en appelstroop. En dan lekker een poosje stoven. Een heerlijk een oudig gerecht. Wij aten het met zelfgemaakte appelcompote en Vlaamse frieten. Te lekker! En dat met gewoon een balletje gehakt.
Weinig tijd in dit weekend voor iets uitgebreids, maar ik word zo relaxed als ik met kolen bezig ben… Dus wel barbecuen vandaag. En uiteindelijk toch wel weer langer bezig om er iets lekkers van te maken. Het werd een Pulled Chicken met macaroni en kaas. Mega lekker!
M’n dochter viert haar vijftiende verjaardag vandaag. Vroeger mocht ik ook altijd kiezen wat ik wilde eten, zij dus ook. En als je een dochter bent van de GrillMeester, dan kies je natuurlijk iets van de barbecue. Vandaag was dat voor de lunch een broodje grillworst met kaas… die kaas mocht ik echt niet vergeten!
Eend eet ik meestal in mijn eentje, maar mijn zoontje gaf ineens aan dat hij er toch ook wel eentje zou willen proberen. Dat laat ik mij geen twee keer zeggen. Het wordt een Bao Bun met eend op Oosterse wijze. De broodjes ga ik ook zelf maken, in de stoomkoker… niet op de barbecue.
In dit gerecht met zalm is er een mooie balans tussen de pittigheid van de Sriracha mayonaise en het zoete van het brioche brood.
Wat heb je nodig (vier personen)?
8 dik gesneden brioche boterhammen Zalmfilet (in de bonus bij @albertheijn) Olijfolie 2 theelepels Cajun kruiden 1 rode paprika 1 gele paprika 2 lente-uitjes, fijngehakt Zeezout en zwarte peper, gemalen 1 limoen, sap Sriracha mayonaise ½ komkommer, hele dunne plakjes
Hoe dan?
Deel de kamado voor de helft indirect in, en de andere helft direct. Zorg dat je een temperatuur hebt van 150 graden in de barbecue. Bestrijk de zalmfilets met olijfolie en strooi er rijkelijk cajun kruiden overheen. Leg hem op een cederhouten plankje. Plaats het plankje direct boven de kolen.
Voor de salsa snijd je de paprika’s in kleine blokjes en hak je de lente lente-uitjes fijn.Voeg dan de gemalen peper, zout en het limoensap toe en meng goed door elkaar in een kom.
Doe een klein beetje olijfolie op de brioche en rooster deze op de indirecte kant van de kamado. Als je de zalm eraf haalt kan je ze ook nog even een boost geven direct boven de kolen.
Bij een kerntemperatuur van 45 graden Celsius mag de zalm eraf. Pak de zalm goed in, dan gaart hij nog wel een paar graden door.
Per persoon gebruik je twee boterhammen. De onderste smeer een mooie laag Sriracha-mayonaise, leg er een paar fijngesneden plakjes komkommer op en dan de zalmfilet. Top het af met lekker wat salsa en de andere boterham mag erop. Wat een heerlijkheid! Zo goed.
Als bijgerecht heb ik er courgette bij gemaakt. Even insmeren met olijfolie, peper en zout en dan onderdompelen in de panko. Panko is het Japanse paneermeel. Grill ze boven het vuur tot ze lekker krokant zijn geworden.
Met het dalen van de temperaturen wordt het gebruik van mijn Petromax Dutchoven, die ik haalde bij de scoutshop, steeds interessanter. Natuurlijk, want het is tijd voor stoofpotjes. Vandaag ga ik voor de #boeufbourguignon, maar dan zonder de Boeuf, dus #sansboeufbourguignon gaat het worden. #Vega is ook lekker!
Wat heb je nodig (voor 5 personen)?
Voor de saus 250 gram wortels 250 gram sjalotjes 50 gran boter 1 eetlepel olijfolie 2 blaadjes laurier 4 takjes tijm 20 gram bloem 350 ml rode wijn (fruitig) 400 ml water 2 teentjes knoflook 70 gram tomaten pure Peper en zout
Voor de paddenstoelen 250 gram champignons 150 gram oesterzwammen 150 gram shiitakes 1 teentje knoflook ½ theelepel oregano ½ theelepel tijm ½ theelepel gerookte paprika 1 theelepel olijfolie 1 eetlepel soya saus 20 gram bloem
Hoe dan?
Richt de kamado direct in en verwarm de Dutchoven tot zo’n 200 graden Celsius.
Schil en snijd de wortels in grote rondjes en hak de sjalotten grof.
De oesterzwammen scheur je in reepjes, de shiitakes en de champignons snijd je in mooie stukken. Niet te klein, niet te groot, een beetje op gevoel.
Smelt de boter in de DutchOven. Ontzuur hierin al roerend de tomatenpuree.
Bak de wortelen, uien, knoflook, laurier en tijm ongeveer 10 minuten.
Doe de champignons in een kom en voeg de bloem, kruiden, olie en sojasaus toe. Stort de champignons in de lekbak die je op een verhogen plaatst. Bak ze zo’n 30 minuten.
Check ondertussen of de wortels zacht zijn. Ja? Voeg de bloem toe en meng goed. Voeg de wijn en het water toe en roer goed tot de saus begint te borrelen. Als de champignons gaar zijn, voeg je ze toe aan de saus en schep je het goed door elkaar.
Maak het vuur kleiner en doe de deksel op de DutchOven. Laat zo’n 30 minuten koken, af en toe roeren. De saus dikt in en wordt per minuut smakelijker. Serveer met een aardappelpuree.
Als de temperaturen gaan dalen en het vriespunt komt in het zicht, dan is het tijd voor erwtensoep! Je bent er wel een poosje mee bezig om zo’n stevige pan soep te maken. Maar eerlijk is eerlijk, het is het wel waard. Lekker buiten spelen met de kamado en een Petromax Dutchoven vind ik echt geen straf!
De dag voor het koken zet je de spliterwten onder water om ze al wat zachter te maken.
Stook de dag erna de kamado direct op tot 200 graden Celsius en laat je Dutchoven ook mee verwarmen.. Hierin doe je het stuk spek, de spareribs en de spliterwten. In de waterkoker breng ik alvast het water aan de kook en voeg die toe. Ook doe ik er een ui met de ingestoken kruidnagelen bij. Het loof van de prei, takjes van de platte peterselie en de laurierblaadjes bind ik samen met wat slagerstouw en doe ik er natuurlijk ook bij.
Roer regelmatig en na zo’n anderhalf uur zijn de spliterwten lekker zacht gekookt. Dat is ook het moment dat het vlees gaar is. Het vlees mag er uit om fijngesneden te worden. De botten kunnen weg. Ook de opgebonden smaakmakers mogen weg samen met de ui.
De zoete aardappel enknolselderij voeg je in kleine blokjes toe en koken lekker mee. Wat later kan de prei erbij samen met het vlees er ook weer bij.
De rookworsten laat je dan ook nog een half uurtje mee opwarmen voordat je ze in plakjes snijdt.
Morgen eten we erwtensoep en daar hoort roggebrood met katenspek bij. Maar hier zijn we niet zo van het roggebrood. Wel van worstenbroodjes, dus daar dan maar de katenspek op. Ik gebruik half om half gehakt, dus er zit rundvlees en varkensvlees in dit gerecht.
Wat heb je nodig voor 20 broodjes?
Voor het deeg: 200 ml lauwwarme melk 500 gram patentbloem 14 gram gedroogde gist 10 gram zout 10 gram witte basterdsuiker 125 gram boter (op kamertemperatuur) Ei om mee te bestrijken
Voor de worstjes: 750 gram half-om‐half gehakt 2 eieren 75 gram paneermeel Flinke scheut Worcestershire saus Zout en peper
Meng alle droge ingrediënten even door elkaar en voeg daarna langzaam de boter in blokjes toe en daarna de melk in straaltjes. Een paar minuten later is het een mooi deeg geworden. Deel het in twintig gelijke stukjes en maak daar mooie bolletjes van. In mijn geval ongeveer 40-45 gram per bolletje.
Laat het afgedekt op een warme plek het deeg een half uurtje rijzen. In een oven die uit staat gaat dat prima.
Meng het gehakt met de overige ingrediënten door elkaar en maak er rolletjes van van ongeveer 30 gram. Deel de massa ook weer door twintig. Een worstje met een lengte van 12 camis perfect!
Meng voor de gehaktstaafjes alle ingrediënten en weeg porties van 30 gram af. Vorm hiervan worstjes.
Duw een bolletje plat en rol hem in één richting uit. Zo krijg je een ovaal waarin je het gehakt vouwt. Dus de naden goed dicht! En de naar moet onderop. Bestrijk het met geklutst ei en laat het nog 45 minuten rijzen.
Dat is mooi een gelegenheid om de kamado op te warmen. Deel hem indirect in en ga voor een temperatuur van 220 graden Celsius.
In 15 minuten bak je de broodjes af op een voorverwarmde pizza steen.
De Franse supermarkten liggen vol met onglet, maar bij ons is de longhaas een vergeten stukje vlees. Super zonde!
Gelukkig wel te koop bij @beefexclusief in Zevenhuizen (zh).
Deze spier heeft het leven lang bewogen bij iedere ademhaling, en daar door heel smaakvol. Wel goed opletten bij het snijden, dwars op de draad. Nou… Voor de draad ermee… De bereiding!
De kamado wordt direct ingedeeld en met gietijzeren rooster naar 200 graden gebracht. Met mijn Dammers kolen is dat geen enkel probleem.
In een skillet even wat pijnboompitjes roosteren. De longhaas moet je goed droogdeppen en voorzien van grof gemalen zeezout. Dat mag best een laagje zijn aangezien je het alleen aan de buitenkant aan het zouten bent. Verder niets.
Leg het vlees op de grill en om de drie … vier minuten draai je het een kwartslag. Is het 48 graden Celsius in de kern? Dan kan hij 10 minuten rusten, losjes onder aluminiumfolie. Hij gaart dan nog wel een paar graden door.
Dit geeft je tijd om brood te roosteren met een druppeltje olijfolie. Is het krokant? Smeer ze dan ook in met wat rauwe knoflook.
Tijd voor de presentatie. Op een ronddraaiplateau van de IKEA leg je een beetje rucola sla in het midden. Gehalveerde toast eromheen. Giet er in straaltjes een mooie balsamico azijn overheen.
Snijdt het vlees in dunne plakjes en drapeer over de sla. Voorzichtig een klein beetje peper uit de molen. Pijnboompitjes en geraspte parmezaanse kaas maken het af.
Bordje erbij voor iedereen en lekker aantafel smakelijk het plateau leeg eten.
Tri-Tip blijft mijn zwakke plek, dat is gewoon zo. Heerlijk stuk vlees wat in Nederland ook wel liesstuk of ezeltje wordt genoemd, ookal komt het gewoon van het rund. Vandaag versnij ik hem tot steaks.
Wat heb je nodig?
1,5 kg Tri-Tip 1,5 kg Zoete aardappel
Chimichurrisaus 100 ml goede olijfolie 50 ml witte wijnazijn 2 teentjes knoflook ½ rode ui ½ rode peper 1 bos peterselie ½ el gedroogde oregano peper en zout
Argentijnse rub 1 el gedroogde oregano 1 el gedroogde basilicum 1 el gedroogde peterselie 1 el gedroogde tijm 1 el fijn zeezout 1 tl zwarte peper 1 tl gerookte paprikapoeder 1 tl gedroogde knoflook poeder 1 tl komijnpoeder
Peper en zout
Hoe dan? De chimichurrisaus brengt een frisse toets naar het gerecht, maar toch met een bite. Doe alles in een maatbeker en haal de staafmixer er doorheen om een mooi sausje te maken. Maak hem bijtijds zodat de smaken lekker samen komen.
De steaks snijden is lastig bij een tritip. De draad verloopt en daar moet je wel rekening mee houden. Ik snijd het vlees in steaks met een dikte van zo’n vier centimeter gelijk met de draad. Smeer er wat mosterd op zodat de run lekker blijft plakken.
De zoete aardappel gaat ook in plakken. Ik schil ze eerst, maar dat hoeft niet.
Breng de kamado naar 180 graden Celcius en laat op de roestvrijstalen grillplaat de met olie ingesmeerde zoete aardappel al tien minuten garen. Draai ze om na 10 minuten en voorzie ze van wat peper en zout.
Daarna de steak ophef roestvrijstalen rooster voor 1,5 minuut, draai hem een kwart slag, nog eens 1,5 minuut. Dan omdraaien en doe hetzelfde. Met 52 graden kerntemperatuur is het klaar om te rusten. Snijd er nu plakjes van haaks op de draad. Lekker wat chimichurri eroverheen. De zoete aardappel is ook klaar. Smakelijk!
In de #worldveganmonth ga ik natuurlijk ook aan de slag. Tacos met een Portobello en kaassaus… Maar dan dus vegan met de producten van Violife, heel geschikt voor een veelzijdige vegan (buiten) keuken en ook nog eens lekker en gemakkelijk in gebruik!
Voor de kaassaus maak ik een roux met vioblock IPV boter.
50 gram vioblock ongezouten 40 gram bloem 1 pakje violife original 500 CL soya milk (ongezoet) 1 el Franks Hot sauce 1 tl kurkumba
Smelt de vioblock in een steelpan op matig vuur. Voeg de bloem toe en klop met de garde tot alle vioblock is opgenomen. Laat nog 2 minuten bakken om de bloemsmaak te verbloemen. Giet al roerend de sojamelk erbij. Roer met een lepel de gemalen plakjes violife original erdoor en laat deze smelten net als gewone kaas. Kruid naar smaak met 1 eetlepel Freds Hot Sauce, peper, zout. Met een theelepel kurkuma maak je hem wat geler van kleur.
De 5 Portobello’s laat ik even marineren in een mengsel van balsamico azijn, sojasaus, knoflooktenen en wat uienpoeder.
Als de kamado op temperatuur is smelt ik op m’n gietijzeren plaat een klontje vioblock en bak daarin de gezellige paddenstoelen in 10 minuten gaar. Ook bak ik wat gele paprika en Cherry tomaatjes in de vioblock met wat peper en zout.
Wist je dat je tortilla’s perfect kan verwarmen in een IKEA pannenrekje? Dan staan ze gelijk in een goede vorm om ze te vullen en presenteren.
Het blijft leuk en lekker om met violife aan de slag te gaan, moet je ook echt eens doen. Ik vind minder vlees een hele goede beweging. En met deze producten ook nog eens als zuivel vervanger erbij maakt het toch echt wel een feestje om te maken en op m’n bord!
Deel de kamado indirect in, zonder pizzasteen. Zoek de temperatuur op van zo’n 220 graden Celsius.
Maak de frangipane door alle ingrediënten in de keukenmachine met vlinder goed te mengen.
Snijd met een kookring cirkels uit het deeg. Prik met een vork gaatjes in de bodems. Ik doe dit op bakpapier. Voorzie de deegcirkels van een laagje frangipane. Je hebt de helft van de frangipane nodig. Wat je overhoudt vries je in voor de volgende keer.
Ik snijd de geschilde peer in kwarten en haal het klokhuis eruit. Met de kaasschaaf maak ik dunne plakjes van de peer. Verwarm de boter in een pannetje tot hij lichtbruin wordt.
Verdeel de appel plakjes dakpansgewijs in een cirkel over de frangipane. Besmeer de galettes met boter en bestrooi ze met suiker en kaneel.
De steen met de galettes op het bakpapier gaan de lekker warme kamado in. Na 20 minuten haal ik het bakpapier er onderuit en laat ik het bladerdeeg krokant worden direct op de steen voor nog eens tien minuten.
In de #worldveganmonth ga ik natuurlijk ook aan de slag. Tacos met een Portobello en kaassaus… Maar dan dus vegan met de producten van @violife_foods, heel geschikt voor een veelzijdige vegan (buiten) keuken en ook nog eens lekker en gemakkelijk in gebruik!
Voor de kaassaus maak ik een roux met vioblock IPV boter.
50 gram vioblock ongezouten 40 gram bloem 1 pakje violife original 500 CL soya milk (ongezoet) 1 el Franks Hot sauce 1 tl kurkumba
Smelt de vioblock in een steelpan op matig vuur. Voeg de bloem toe en klop met de garde tot alle vioblock is opgenomen. Laat nog 2 minuten bakken om de bloemsmaak te verbloemen. Giet al roerend de sojamelk erbij. Roer met een lepel de gemalen plakjes violife original erdoor en laat deze smelten net als gewone kaas. Kruid naar smaak met 1 eetlepel Freds Hot Sauce, peper, zout. Met een theelepel kurkuma maak je hem wat geler van kleur.
De 5 Portobello’s laat ik even marineren in een mengsel van balsamico azijn, sojasaus, knoflooktenen en wat uienpoeder.
Als de kamado op temperatuur is smelt ik op m’n gietijzeren plaat een klontje vioblock en bak daarin de gezellige paddenstoelen in 10 minuten gaar. Ook bak ik wat gele paprika en Cherry tomaatjes in de vioblock met wat peper en zout.
Wist je dat je tortilla’s perfect kan verwarmen in een IKEA pannenrekje? Dan staan ze gelijk in een goede vorm om ze te vullen en presenteren.
Het blijft leuk en lekker om met violife aan de slag te gaan, moet je ook echt eens doen. Ik vind minder vlees een hele goede beweging. En met deze producten ook nog eens als zuivel vervanger erbij maakt het toch echt wel een feestje om te maken en op m’n bord!
Ik was in Dublin en daar kwam ik langs kiprestaurant @nandos.ir. Balen… geen tijd om naar binnen te gaan. Dus bij thuiskomst de kamado aan en een replica van de Nando’s Chicken Livers maken.
Wat heb je nodig? 300 gram Kippenlevertjes @franksredhot Original 2 tenen Knoflook 1 Rode peper 1 kleine ui Kookroom Sap van een halve citroen Nando’s Piri-Piri kruiden
Omdat ik ook kaiserbroodjes wil afbakken deel ik m’n @thebastardnl kamado voor de helft indirect in en zoek een temperatuur van 200 graden Celcius. Terwijl de kamado op temperatuur komt gooi ik de rode peper, de ui en in aluminium folie de twee tenen knoflook. Zo krijg je de rook smaak er lekker in. Als de peper en ui zwartgeblakerd zijn mag alles uit het vuur.
Bak indirect (boven de steen) in 8 minuten de kaiserbroodjes bruin en krokant.
Verhit een skillet direct boven de kolen tot ie loeiheet is, of tokheet in dit geval. Je wilt bakken, niet koken. Was de levertjes en dep ze droog. Doe boter in de skillet en voeg de levertjes toe.
Als ze aan beide kanten goudbruin zijn, voeg je wat scheuten Frank’s Hot Sauce en de ui en knoflook toe. Laat bakken tot de peri-peri-saus begint uit te drogen, giet er dan de room bij. De fijngehakte rode peper kan er nu ook bij. Knijp een halve citroen uit en roer alles goed door elkaar.
Breng op smaak met Nando’s peri-peri kruiden en laat nog 5 minuten inkoken. Heb je die niet? Dan met peper en zout.
Serveer met kaiserbroodjes (om de saus op te soppen). Smakelijk!
De boodschappen deed ik bij @albertheijn (op de Nando’s kruiden na, die kocht ik online)
Bij de Scoutshop vond ik een Petromax poffertjes pan. In Ierland vond ik hele toffe Boxty aardappel Pancakes. En daarin vond ik vandaag de gouden combinatie! In Ierland worden er veel aardappels gegeten op verschillende manieren. Deze vond ik wel nice.
Wat heb je nodig? 250 gram aardappel puree 250 gram geraspte rauwe aardappels 250 gram bloem 150 gram geraspte cheddar 350 centiliter karnemelk 1 zakje baking soda Peper en Zout
Maak een puree en laat die afkoelen. Of gebruik hem van de avond ervoor. Rasp de aardappels en wring het vocht eruit met een theedoek. Vang het vocht wel op. Het aardappelzetmeel zakt naar de bodem en dat kan je toevoegen. Dat helpt de binding! Meng alles goed door elkaar en zet apart.
Erbij maak ik een gebakken bonenschotel. In de Dutchoven direct boven de kolen bak ik Geroockte Speckjes van de Vegetarischeslager knapperig en haal ik er weer uit. Dan fruit je een zoete ui, teentjes knoflook, chilipepertje. Voeg als de uien glazig zijn bbqsaus, tomatenketchup, mosterd, appelciderazijn, gerookte paprikapoeder en bruine suiker toe. Van alles twee eetlepels. Borrelt het? Dan voeg je de wittebonen in tomatensaus toe die ik enigszins wat heb laten uitlekken. Zet het hoog neer in de Bastard kamado.
De poffertjes pan erin en op temperatuur laten komen. Een theelepel deeg in ieder kuiltje is genoeg (ze rijzen nog door in de pan). Na vijf minuten zijn de mooi bruin en kan je ze keren.
Ik doe dat vullen van de pan niet boven het vuur. Steeds de pan er uit. Deksel dicht. Vullen. Weer terug. Er weer uit. Keren… Etc. Anders krijg te veel zuurstof, dus teveel hitte. Hoger dan 200… Dan gaat het te snel en wordt je aardappel niet gaar.
Soms is een eenvoudig satétje ook gewoon super lekker.
Rond de 600 gram aan kippendijen is genoeg voor acht goed gevulde stokjes.
Snijd de kippendijen in mooie grove stukken en marineer ze minimaal een uurtje. Langer is lekkerder, zoals dat vaak het geval is.
Een marinade op basis van ketjap Manis, azijn, peper, zout, knoflookpoeder en gerookte paprikapoeder.
De kamado deel ik half indirect in en breng ik naar zo’n 180 graden Celcius. Het gietijzeren rooster ligt direct boven de kolen.
Verdeel de kippendijstukjes eerlijk over de stokjes. En gril ze door ze regelmatig te keren. Gaat het te snel? Dan kan je ze indirect wegleggen om dit te garen zonder dat ze zwart worden.
Het stokbrood is voorzien van een laagje van de lekkerste kruidenboter die er is. De kruiden waar je zelf nog de roomboter doorheen mengt heb ik natuurlijk gekocht bij Beef Exclusief … Echt de moeite waard!
Toen ik dit in de app van de @biggreenegg_nl vond en m’n gezin vertelde dat ik een gerecht met varkenswangen wilde maken… keken ze me maar vreemd aan. Vervolgens zag ik hem ook voorbij komen bij @beefexclusief en was er geen weg meer terug. Ik maakte hem op m’n Bastard en heb de ingrediënten wat aangepast.
Wat heb je nodig? 8 varkenswangen 4 uien 4 teentjes verse knoflook 3 takjes tijm 2 takjes rozemarijn 8 tomaten 2 eetlepels olijfolie 380 ml gevogelte fond 300 ml water 4 eetlepel geraspte mozzarella 4 eetlepels geraspte Parmezaanse kaas 2 eetlepels geraspte cheddar 8 basilicumblaadjes
Stook de kamado op naar 150 graden Celsius (in mijn geval een Bastard). De mooie wangetjes voorzie je van peper en zout.
Plaats nu de deflector stenen en het rvs rooster. Op het rooster mogen de wangetjes een 20 minuten de smaak van de houtskool opnemen. De temperatuur gaat naar 110 graden, perfect!
Snijd de uien en knoflook fijn en hak tijm en rozemarijn fijn. De tomaten? Die mogen lekker grof.
Haal de wangetjes na 20 minuten eruit en ook de deflector stenen mogen eruit. Dan stook je de kamado op naar 200 graden en plaats je gelijk ook de @petromax.germany Dutchoven. Fruit de ui, knoflook, tijm en rozemarijn. Na een paar minuten voeg je de tomaten toe. En weer eventjes later roer je de fond en het water er doorheen.
Als de saus kookt je de Dutchoven er even uit, om de deflector stenen weer te plaatsen. Zo zakt de temp.naar 150 graden. Leg de wangetjes in de saus en laat ze vier uur stoven. Ieder half uur keer je ze even om.
Haal de wangetjes als ze zacht zijn even uit de saus en maak de saus glad met de staafmixer de saus glad. Leg de wangetjes terug. Meng de kazen door elkaar en leg een bergje kaas op ieder wangetje. Laat het 15 minuten lekker smelten. Kaas in de saus is lekker!
Het bord maak ik op met verse pasta, dan een flinke schep saus en één wangetje met kaas… of twee… dat mag best.
Salsa 4 baby avocado’s of 2 grote Bakje Cherry tomaatjes 2 rode uien 1 mango 3 tenen knoflook Koriander Sap en zest van 1 limoen 1 jalapeño peper
Flatbread
De avond voorafgaand aan de bbqsmulpartij dep je het vlees goed droog. De onderkant van het vlees kan wellicht nog voorzien zijn van een vlies. Dit kan wat taai worden, dus snijd dat weg.
Meng de ingrediënten van de rub goed door elkaar en bestrooi het vlees rijkelijk aan alle kanten.Het lijkt veel zout… Maar het is ook echt een groot stuk vlees! Leg het een nachtje in de koelkast.
Een uur voor het grillen ha je het vlees uit de koelkast.
Snijd alles voor de salsa grof en meng goed door elkaar.
Deel de kamado barbecue indirect in en stel hem af op 110 graden Celcius. Vergeet niet een lekbak met heet water toe te voegen.
Vind je het leuk om te lezen? Laat het even weten in een comment, day vind ik dan weer leuk.
Het vlees gaat erop boven de lekbak en laat het liggen tot de kerntemperatuur 45 graden Celcius is. Dan gaat hij eraf en dek je hem af met aluminiumfolie.
De sleuven gaan open en de platesetter mag eruit, leg een gietijzeren grillplaat erbij. Ga naar op z’n minst 220 graden. Gril het af tot de kern temperatuur zo’n 55 graden is (mooi rosé).
Dan de flatbread in een paar minuten afgrillen en genieten maar! Smakelijk!
In dit gerecht ga ik caveman style aan de slag. Caveman style is niets anders dan de kamado lekker laten loeien tot een graad of 300 Celsius. En dan mik je je vlees, maar in dit geval de groenten, direct in de kolen tot het helemaal zwart is aan de buitenkant. Hierdoor krijg je een intense kool… barbecue smaak aan de soep.
Wat heb je nodig? 8 tros tomaten 3 puntpaprika’s 2 rode uien 1 knoflookbol 15 gram basilicum 1 liter groentebouillon 300 gram chipolataworstjes (optioneel)
Peper en zout Olijfolie
Hoe dan?
Haal alles, behalve de kolen uit de kamado en steek hem aan. Zoek de 300 graden Celsius op. De rode uien gaan direct tussen de kolen, de knoflook ook maar dan wel ingewikkeld in aluminiumfolie.
Open na vijf minuten de kamado. Pas wel hier wel op, die is echt loeiheet. Eerst op een kiertje open, laten boeren, en dan verder open.
Draai de uien en knoflook om en zie dat de ui al zwart begint te worden. Na weer vijf minuten gaan ook de puntpaprika’s erbij. Deze hoeven niet zo lang, dus na een paar minuten omdraaien en als ze redelijk zwart zijn mogen ze eraf.
Laat de zwarte groente even liggen. De puntpaprikas kan je eventueel in een plastic zakje doen, dan gaat straks het vel er makkelijker af.
Doe het rvs rooster weer in de kamado en plaats alvast jouw Dutchoven in de kamado.
Halveer de tomaten en smeer de open kant in met olijfolie, peper en zout. Met de open kant kan het op het rooster. Dat past netjes om de Dutch oven heen.
Haal de zwarte buitenkant van de paprika’s. Snijd ze open en haal de zaadjes en zaadlijsten eruit. Ook de buitenste lagen van de ui kunnen eraf. De knoflook kan je uitknijpen en dan komt er een zachte knoflook-pasta uit. Doe alles direct in de Dutchoven.
Draai de tomaten om en laat ze nog een minuut of vijf liggen. Ze worden zo heerlijk zoet. Doe ze dan ook in de Dutchoven.
Voeg een liter groentebouillon toe aan de groenten.
Ik maak er heerlijke soepballen bij van chipolata worstjes. Knijp de darmpjes leeeg en draai er met oregano, peterselie en paneermeel ballen van. Als je ze wat groter maakt kan je ze op een spies rijgen, maar je kan ze ook klein houden.
Grill de balletjes gaar. Pureer met de soep en voeg wat fijngesneden basilicum toe. Schenk de soep in een kom, leg de ballenspies erop of erin. En laat je de balletjes weg? Dan is het een heerlijke vega soep aangezien er geen vleestomaten zijn gebruikt.
Ken je dat? Soms ineens ergens trek in hebben? Ik had ineens erge trek in Hoisin Duck. In het kader van minder vlees eten en de toch ook hoge aaibaarheidsfactor van de eend vond ik dat het tijd werd voor een vega variant. Dus zonder er eendje te gebruiken.
De Jackfruit leent zich ideaal voor een pulled… Wat voor een vlees dan ook variant. Ik heb een blik Jackfruit van @fairtradeoriginal gehaald en hoisin saus. Daarmee ben ik aan de slag gegaan in m’n @petromax.germany Dutch oven.
Jackfruit altijd heel goed wassen onder stromend water in de ijzer smaakt eruit te halen. Gelijk al in stukjes uit elkaar trekken en duwen. Alles gebruik je, ook de pitjes en misschien harde stukjes.
In de DutchOven met een beetje peper en zout en 5spices voor 20 minuten en gaandeweg steeds een beetje saus toevoegen. Na die 20 minuten een minuut of tien zonder deksel om iets van een crunch te krijgen.
De pannenkoekjes maak ik met een deeg van 150 gram bloem, mespuntje zout en een half theelepeltje 5 spices kruiden en 125 ml kokend water. Maak hier een deegje van met de keukenmachine en ga verder met de hand als het niet meer zo heet is.
Rol het dun uit, echt dun, en maak er rondjes van. Ik heb een uitskeekvorm die precies zo groot is als m’n kleine gietijzeren pannetjes. Licht in oliën en 30 seconden bakken aan iedere kant. Laat het niet bruin kleuren, ze moeten buigzaam blijven.
Samen met fijngesneden wortel, lente ui en wat taugé serveren. Och… wat lekker.
Die eend mis je absoluut niet in deze hele lekkere vega variant. Laat het je smaken!
De deksel van mijn @petromax.germany Dutchoven Ft6 is als je hem omdraait een perfecte Skillet. En daarin ga ik een lekker taartje bakken.
Wat heb je nodig? 4 Elstar appels 4 handperen Handje gedroogde cranberry’s Fijn gesneden fudge 2 tl koekkruiden 1 zakje vanille suiker
180 Gr koude roomboter 280 Gr zelfrijzend bakmeel 75 Gr pecannoten Snufje zout 90 Gr rietsuiker
Hoe dan?
Zet je kamado alvast aan met het hitteschild erin en breng hem naar 200 graden Celcius. Besmeer de deksel van je DO licht met wat roomboter. Schil de appels en peren en snijd ze in grove kleine blokjes. Voeg een handje cranberry’s, de koekkruiden en vanillesuiker toe en meng het lekker door elkaar in de deksel. Okay, de deksel noem ik vanaf nu Skillet. Ik wil graag dat de fudge smelt langs het fruit naar beneden, dus leg ik de klein gesneden fudge blokjes bovenop het fruit.
De boter moet voor het deegje goed koud blijven. Dus hak je alvast de noten grof. Het zelfrijzend bakmeel en het snufje zout gaat in een kom. Snijd de koude boter in kleine blokjes en wrijf het met je handen door het meel. Zo ontstaat er een kruimeldeeg. Voeg ook de pecannoten en de suiker toe en meng het goed door elkaar.
Dan mag het boven op het fruit in de deks… Skillet. Verdeel het gelijkmatig.
Goed nieuws! De kamado is op temperatuur! Wij eten het als toetje, dus als je het in de kamado zet wanneer je aan het hoofdgerecht begint, dan is na zo’n 40 minuten de taart goudbruin. Maar ook loeiheet. Zet de skillet nog een kwartiertje opzij voordat je hem serveert.
Lekker joh! Smakelijk!
Tip! Voor de oud en nieuw editie vond ik in de vriezer nog een portie frangipane. Dit heb ik door het appel/peren mengsel gemengd om er een nog feestelijker tintje aan te geven. Heerlijk!
Frangipane is een mengels op basis van amandelen en maak je zo:
Wat heb je nodig? 50 gram zachte roomboter 250 gram amandelspijs 2 eieren 1 eetlepel bloem
Maak de frangipane door alle ingrediënten in de keukenmachine met vlinder goed te mengen. In deze taart heb ik de helft van de frangipane gebruikt. De andere helft kan je prima in de vriezer bewaren. Maak je een kleinere hoeveelheid, dan pakt de keukenmachine het niet goed mee.
De drumsticks ontdoe je van het kootje en je maakt het botje mooi zichtbaar. Een beetje olie zorgt dat de @nandos_nl kip kruiden lekker plakken.
Kook de roseval aardappelen in 8 minuten gaar.
De indirect ingedeelde @thebastardnl kamado loopt op tot 200 graden Celsius.
Plaats de aardappelen op het gietijzer en smash ze met de onderkant van een glas. Met een beetje olijfolie, rozemarijn en knoflook kan het lekker knapperig worden.
De lollies gaan we ook in en die laat je oplopen tot 68 graden Celsius. Dip ze in de bbq saus en geef ze nog eens 15 minuten hitte en je kan aan tafel.
Bij de @albertheijn zie ik ze wel vaker naar me lonken, die octopus tentakels. Vandaag spontaan besloten om er iets mee te doen na de werkdag. Dat kan makkelijk, want het is super snel klaar. En wat lekker zeg! Smaak sensatie!
De kamado stook ik lekker hoog op naar 200 + graden Celsius met een directe indeling. M’n gietijzeren rooster leg ik er ook op voor mooie grillstrepen.
Het sausje is één eetlepel mosterd, twee eetlepels mayonaise, sap van een halve limoen en naar smaak peper en zout.
Snijd de avocado in dikke plakjes. Insmeren met koolzaadolie, beetje limoensap, peper en zout. Grill mooie streepjes op deze avocado.
In een Skillet met wat boter verwarm ik wat zeekraal. Zeekraal geeft zo mooi die zoutige zilte smaak.
De tentakels zijn al gaar, dus op een gloeiende heet rooster is het twee minuten aan iedere kant. Zo wordt hij krokant, maar ook sappig van binnen.
Het broodje kan je natuurlijk ook opensnijden en even grillen. Smeer op beide helften de saus, lekker wat saus 😁. Dan een laagje zeekraal, tomaat, avocado en dan de tentakels. Smakelijk eten!
Meng alle ingrediënten behalve de panko en de barcuesaus door elkaar tot een glad en klontvrij deegje. Lekker rauzen met die garde!
Dompel de stukken bloemkool goed onder en laat ze even uitlekken voordat je ze door de panko rolt.
Het bakpapier knip ik kundig rond uit en deel ik dan weer door twee. Dus… Twee halve cirkels bakpapier, die passen mooi op m’n pizzaschep.
De gepaneerde bloemkool gaat zo’n vijfentwintig minuten op het bakpapier op de pizzasteen. Daarna haal je ze er vanaf en verf je ze vakkundig bruin met barbecue saus. Dan nog een kwartiertje terug en je hebt een heerlijke chicken wing… Zonder chicken!
Lekker met een frietje en zelfgemaakte ranch sausje.
De kalfsmuis van Beef Exclusief is de avond voordat deze lunch gepland stond al gegrild. Een rub van oregano, paprikapoeder en gerookte paprikapoeder. De kamado stel je in op 120 graden Celcius zodat je rustig indirect kan garen tot een kerntemperatuur van 52 graden.
Daarna rustig laten afkoelen onder de aluminium folie (niet inpakken). Is hij afgekoeld? Dan in huishoudfolie de koelkast in.
De tonnato saus kan je natuurlijk met een blikje tonijn goed maken. Maar ik kies voor een (h)eerlijk verse tonijn. Direct op de gietijzeren grill op 200 graden laat ik er mooie grillstrepen op komen. Uiteindelijk zie je er in de saus niets van. Het is wel leuk voor de foto en de smaak! Dan leg ik het indirect om zo door te garen naar 50 graden.
Haal het vlees uit de koelkast om op kamer temperatuur te komen.
De stukken tonijn doe je in de blender samen met hetzelfde gewicht goede mayonaise, een eetlepel kappertjes, sap van een halve citroen en peper/zout naar smaak.
Op het bord een mooie dikke boeren boterham met gemengde sla. Verdeel wat dun gesneden plakken kalfsmuis. Met twee theelepels maak je eenvoudig leuke rolletjes van de tonnato. Nou en dan nog garneren met kappertjes en kapper appeltjes.
Snel nog even een foto maken want de gasten staan al te watertanden. Maken en laat het smaken!
Deze vegaballen zullen je vast bevallen! Gebaseerd op diverse vegacreaties op het web ben ik met een eigen receptuur aan de slag gegaan om een set mooie plantaardige ballen op de grill voor elkaar te krijgen. Mijn altijd kritisch testpanel was unaniem: “Je mag trots zijn op je ballen”.
Regelmatig bezoek ik Groot Brittanië en dus ook de Pret-a-Manger. Even een koffie halen of een lekkere lunch doe ik graag in dit zaakje. Steevast loop ik daar de deur uit met de hoisin duck wrap. Wat is die lekker! Maar om er nu iedere keer voor het kanaal over te steken is ook weer zo iets. Dus zelf maken en in de buurt proberen te komen van die wrap dan maar.
Ingrediënten voor twee wraps
Een eendenborstfilet met vetlaagje
Chinese vijf kruiden poeder
Peper Zout
Twee wraps
Hellmans mayonaise (eetlepel per wrap)
Hoisinsaus (eetlepel per wrap)
Bladspinazie (beleg de hele wrap met een dunne laag)
Flinterdun gesneden rode ui in ringen
Bereiding
Als je ruim van te voren de eend uit de koelkast haalt duurt het allemaal niet zo gek lang. Breng de barbecue op 200 graden Celsius en zorg voor zowel een directe als een indirecte zone.
Net voordat je de eend op de barbecue wilt plaatsen dep je hem met keukenpapier goed droog. Snijd het vetlaagje kruislings in zodat het eerder gaat smelten en de kruiden het vlees kunnen gaan raken. Smeer de eend in met het Chinese vijf kruiden poeder en voeg een klein beetje peper en zout toe.
Bak boven de kopen in 2 minuutjes een beetje kleur aan de onderkant van de eend. Draai hem daarna om zodat de vetkant direct boven de kolen ligt. Pas op voor vlammen! Maar met een kamado heb je daar minder last van, snel de deksel dicht en er is te weinig zuurstof voor grote vlammen. Na twee minuten is het wat krokant geworden en ga je indirect verder.
Met een kernthermometer ga je een temperatuur bereiken van 52 graden voor een mooie garing.
Onder tussen smeer je de mayonaise en de hoisinsaus rijkelijk over de wrap en beleg je hem verder met spinazie en uiringen. Als de eend heel even heeft gerust snijd je hem in dunne plakjes en gaat het beleggen verder. Oprollen die wrap en aan tafel. Je bent klaar om te gaan eten, pret a manger! Smakelijk!
In de zoektocht naar smakelijke vegetarische barbecue uitdagingen werd ik afgelopen week geattendeerd op Jackfruit. Ik had geen idee wie Jack was en wat ik dan wel niet met zijn fruit moest. Maar het is een vrucht die je heel erg goed kan gebruiken als vervangen van het stukje vlees. Een kipsaté vervangen door een Jackfruit sate was daarom de vega-uitdaging van deze week. Lekker dat het was!
Ingrediënten voor 4 stokjes
1 blik Jackfruit. Niet die op siroop, maar op brine (water)
1 eetlepel zonnebloemolie
2 teentjes verse fijngehakte knoflook
1 eetlepel ketjap manis
Scheutje citroensap
1/2 theelepel zeezout
1/2 theelepel gemalen komijn
1 theelepel paprikapoeder
1.2 theelepel chilipeper
En natuurlijk sateprikkers!
Bereiden
Na het openen van het blik Jackfruit was je de stukken goed, echt heel goed met koud water. Laat het ook goed uitlekken. Ondertussen maak je de marinade door simpel weg alle ingrediënten lekker te mengen in een kom die groot genoeg is om ook de vrucht erbij te kunnen doen.
In mijn blik Jackfruit zaten best grote stukken. Ik heb ze allemaal gehalveerd zodat ik leuke driehoekige vormgen kreeg. Doe die driehoekjes bij de marinade en laat het een uurtje al die smaken opnemen. Het is slim om tussendoor een paar keer te husselen.
Tijdens het uurtje marineren kan je de barbecue mooi op temperatuur brengen. Ik heb The Basterd ingedeeld met een directe- en een indirecte zone. Zorg dat je een mooie constante temperatuur krijgt van zo’n 200 graden Celsius.
Als je na het uurtje de stukjes hebt geregen op de de satéprikkers dan kunnen ze om en om mooi even aangebakken worden. Heb je nog marinade over? Smeer dan tussentijds nog een laagje erop. Daarna kan je ze indirect nog even laten doorgaren. Heel lang hebben ze niet nodig.
Serveer het lekker met wat pindasaus en gebakken uitjes en een salade. Maar een klassiek stokbroodje kan natuurlijk ook.
Het is echt niet alleen maar vlees en vis wat er op de grill komt van de grillmeester. Het streven is om regelmatig ook leuke vegetarische gerechten te plaatsen. Zo kwam ik via Ralph de Kok erachter dat je van knolselderij prima een shoarma vervanger kan maken. Beetje gek misschien, maar dan vind ik het juist leuk! Het probleem is wel dat ik geen spit heb, dus daar moet ik me een beetje omheen werken. Komt goed!
Ingrediënten voor vier personen:
Twee kleine of één grote knolselderij
Zakje shoarmakruiden
Twee knoflooktenen
Becel blend olie
Pitabroodje
Knoflooksaus
Eventueel een paar frietjes erbij 🙂
Bereiding
Het is best een werkje om de knolselderij goed van smaak en gaar te krijgen. We beginnen natuurlijk wel eerst met het schoonmaken. De onderkant, de wortels, die snij je eraf en verder schil je hem helemaal. Snijd de knol in dunne plakken van zo’n 5 milimeter.
Breng water aan de kook en doe daar de fijn gesneden knoflook en een eetlepel shoarma kruiden bij. Kook de knolselderij zo’n 10 minuten. Meng flink wat olie met de overgebleven shoarmakruiden in een schaaltje.
Na die tien minuten gooi je het kookvocht weg en smeer je iedere schijf in met een kwastje in met het olie-kruiden-mengsel.
Bij gebrek aan een spit rijg ik de schijven op een paar satéstokjes zodat het een mooie homp wordt.
De bbq stook ik indirect op naar 140 graden Celcius. Zo’n twee, twee en half uur, laat ik de knol lekker garen. Om het half uur draai ik hem en smeer ik hem in met het mengsel. Na die twee en half uur is hij gaar en lekker gekruid. Het is tijd om hem direct nog even af te grillen.
Snijd de shoarma nu langs de zijkanten in wat kleine stukjes en je krijgt steeds meer het idee dat je shoarma aan het maken bent.
Op de barbecue kan je natuurlijk ook prima de pitabroodjes afbakken. Met wat knoflooksaus en ijsbergsla maak je het broodje natuurlijk helemaal af. Super lekker!
Mijn motto is toch wel dat we minder vlees moeten eten. Dat doen we sowieso al in de keuken, maar op de barbecue moet die lijn natuurlijk ook worden doorgezet. Dus vandaag gaan we zo vegetarisch dat er zelfs geen vleestomaten zijn gebruikt. Natuurlijk is de missie een lekkere vervanger op tafel te zetten, waarbij je het vlees eigenlijk niet mist. Voordeel van deze burger is ook nog eens een keer dat je snel vol zit, dus dat snaaien na de maaltijd zal wel meevallen.
Falafel is sowieso iets wat we wel vaker voorbij zien komen op onze borden. Vaak maken we dan gebruik van zo’n pak waar alles al in zit. De burger die ik wil gaan maken ga ik echt vanaf niks opbouwen. Maar wat heb je nodig voor deze mega-vega falafel burger?
Ingrediënten
2 blikjes kikkererwten (530 gram uitgelekt)
3 teentjes Knoflook
1 ei
2 theelepels ras el hanout
1 eetlepel peterselie
1 rode ui
1 handje Paneermeel
4 hamburgerbroodjes
4 blaadjes ijsbergsla (julienne)
2 trostomaten
0,5 Komkommer
10 eetlepels yoghurt
1 eetlepel dille
peper & zout
Maak van de schoongewassen en goed uitgelekte kikkererwten een mooie puree. Dit kan je doen met een staafmixer of een keukenmachine. Deze mag nog lekker grof zijn, dus her en der stukjes nog zien zitten is geen probleem. De ui en de knoflook snijd je superfijn (of gooi je ook in de keukenmachine). Dit voeg je toe aan de puree, evenals de ras el hanout, peterselie, ei en paneermeel. Met de stampot-stamper stam ik alles lekker door elkaar en deel ik het in vier delen.
Met behulp van m’n burger-pers maak ik van de puree vier mooie gelijke burgers. Wanneer dat dan gelukt is laat ik de ingredienten even bijkomen van het avontuur in de vriezer. Over een half uurtje is m’n barbecue op 230 graden en dan zijn de burgers in de vriezer mooi een beetje opgesteven. Je wilt natuurlijk niet dat ze uit elkaar vallen boven de kolen.
Van de yoghurt, dille, peper en zout draai ik een mooi sausje dat qua smaak heerlijk bij die falafel gaat passen.
The Bastard heb ik ingedeeld met een halve plate setter. Zo kan ik direct en indirect aan de slag. De burgers smeer ik net voor ze erop gaan lichtelijk in met olijfolie. De deksel sluit ik voor zo’n 3 minuten en draai ze voorzichtig om. Na weer drie minuten schuif ik ze op de indirecte plek en laat het nog minimaal 5 minuten doorgaren.
In de laatste minuut leg ik de open gesneden broodjes nog even op de grill en kan het stapelen gaan beginnen.
De volgorde van mijn burger is van onder naarboven:
Broodje
Flinke dot saus
Juliene gesneden sla
Dunne plakjes komkommer
De burger!!
Flinke dot saus
Dunne plakjes tomaat
Broodje
Bij ons wat het een heerlijke machtige maaltijd. Hopelijk smaakt het jou ook! Smakelijk eten!
Sinds ik wat meer barbecue kom ik in aanraking met ingedienten die ik niet eerder heb gezien, laat staan geproefd. Zo mag ik nu regelmatig gebruik maken van truffel mayonaise. Prima, moet je doen zou je denken. Maar toen ik een aflevering van de grote tuinverbouwing zat te kijken, eh mee zat te kijken, zag ik Jeremy een kogelbiefstuk insmeren met mayonaise. Dat wilde ik natuurlijk ook, maar dan met truffel mayonaise natuurlijk.
Dit gerecht is dus hevig geïnspireerd op wat Jeremy liet zien in het tuinverbouwprogramma. Dit super leuke gerecht is eenvoudig en zorgt voor een resultaat wat zeker te pruimen is.
Ingredienten:
1 kogelbiefstuk 1000 gram
8 pruimen
6 takjes rozemarijn
BBQ rub
Truffelmayonaise
Bereiding
Als je een aanzetstaal hebt kan je die inwikkelen met huishoudfolie om een gat te doorboren in de kogelbiefstuk. Dit kan ook prima met de steel van een houten pollepel, maar dan ook ingewikkeld. Draai een beetje aan het aanzetstaal om genoeg ruimte te maken voor de pruimen.
Dat is dan ook gelijk de volgende stap. Vul het gat op met pruimen, hoeveel is afhankelijk van de grootte van jouw stukje vlees.
Kruid de kogelbiefstuk met jouw BBQ Rub. Vandaag maak ik gebruik van de beefalicious rub. De barbecue staat hopelijk al te gloeien, want nu ga je het vlees even om en om boven de kolen een kleurtje geven. Meer is niet nodig. Haal het daarna van de barbecue af en smeer het in met de truffelmayonaise.
Met een wat slagerstouw bind je de takjes rozemarijntakjes rondom het vlees.
Laat het nu indirect op 150 graden rustig garen tot een vleestemperatuur van 51 graden. Dit kan je goed in de gaten houden met een kerntemperatuurmeter. Hier gebruik ik de GrillEye voor. Pas op dat je niet in de dadels prikt, dan krijg je verkeerde waarden door. Laat nu rustig het vlees garen en dan kunnen de kruiden heerlijk hun werk doen.
Ondertussen heb ik ook wat grote aardappelen op de barbecue geplaatst om ze indirect te poffen. Als het vlees de temperatuur heeft bereikt haal ik het van de barbecue en laat ik het ingepakt met aluminiumfolie nog even rusten.
In de keuken stoom ik de Bimi (broccoli-asperges) en grill ze ook nog even op de barbecue nu ik nog warme kolen heb. De gepofte aardappels pak ik in met wat kruidenboter.
Hier in de buurt zat een Five Guys restaurant. Daar ging ik zo af en toe heen om me in Amerika te wanen en omdat ze daar gewoon hele lekkere burgers hadden. In burgers hadden ze weinig keus, maar in toppings des te meer. De lekkere frisse relish als topping ging er bij mij altijd wel op. Maar ik schreef al dat er een Five Guys restaurant zat… een gevalletje verleden tijd. Dus dan gaan we het maar zelf maken toch?
Ingrediënten
Twee komkommers
Eén puntpaprika
Eén ui
250 ml natuur azijn
160 gram suiker
Zout naar smaak
Bereiding
Hak de komkommers, de puntpaprika en de ui super fijn. Meng het door elkaar en voeg naar smaak wat zeezout toe. Laat het goedje een uurtje of twee lekker uitlekken.
Kook de azijn met de suiker en zout zo’n tien minuten en laat het een klein beetje indikken. Doe ondertussen het komkommermengel in een theedoek en probeer zoveel mogelijk vocht eruit te knijpen. De drogere massa mag dan in het pannetje erbij en laat het kort meekoken. Na twee minuten kan je het met een klein beetje maizena nog een beetje binden.
Laat het helemaal afkoelen en jouw komkommer relish is klaar, genieten maar! Lekker bij hamburgers, hotdogs of als frisse side dish.
Vandaag vieren we de verjaardag van de Koning der Nederlanden. Eigenlijk was ik vandaag niet van plan om de Bastard weer op te stoken. Maar het was zo lekker weer en echt veel kon er toch al niet met Koningsdag, dus dan ben ik toch wel snel overstag. Zeker als m’n goede vriend Leonard als reactie “WTF?” heeft als ik aangeef vandaag niet te gaan barbecuen, is dat net het zetje wat ik nodig heb.
De zogenaamde pinwheels van varkenshaas zie ik wel eens voorbij komen. Natuurlijk maken we vandaag een oranje variant. Varkenshaas vraagt om een niet low en slow aanpak. Een grilplaat voor m’n Bastard heb ik nog niet, maar met de ruime skillet moet het toch ook wel lukken? Tuurlijk!
Ingrediënten
Een mooie varkenshaas
Roomkaas
1/4 oranje paprika
Bieslook
Oranje cheddar
Peper, zout, paprikapoeder en kerrie naar smaak (en kleur)
Ontbijtspek
Roerbakgroenten (3/4 paprika, courgette , kastanje champignons en ui)
Zoete aardappelen om te poffen
Bereiding
Het een halve convector plate laat ik de temperatuur in de kamado oplopen tot zo’n 200 graden Celsius. De zoete aardappelen gaan er indirect op om ze een drie kwartier tot een uurtje te laten poffen. Dat wordt straks een mooi pureetje, lekker oranje.
Ondertussen snijd ik over de lengte de varkenshaas door midden en doe ik dat nog een keertje bij de twee stukken. Zo heb je vier lange plakken. Die bekleed ik met een plakje ontbijtspek en nog eentje die uitsteekt. Dat is lastig omschrijven, dus kijk even bij de foto.
Het gedeelte spek op de varkenshaas smeer ik in met een mengsel van kruidenkaas, bieslook, cheddar, paprika en kruiden. De varkenshaas kan je dan oprollen en het uitstekende stuk spek zit dan aan de buitenkant van het rolletje. De rol is wat te dik. Als je die doormidden snijdt heb he twee mooie plakken die je op een tweetal (natte) sateprikkers kan schuiven.
De gepofte aardappelen voelen gaar, dus die gaan eraf. Ook de convectorplate mag eraf, want we gaan lekker direct boven de kolen aan de slag met de skillet. Een beetje olie erin en als die op temperatuur is bak je ze gaar in zes minuten aan iedere kant. Ondertussen staat in de keuken de groente ook klaar, wordt het pureetje gemaakt.
Alles is keurig op tijd klaar. Voor het eerst dit jaar zitten we buiten aan de warme maaltijd, wat een feest!
Buikspek is toch echt wel één van m’n favorieten om te bereiden op de barbecue. Dat was het al op m’n oude barrel, dus uiteraard gaan we dat ook doen op de Bastard. Ik had een moois stuk buikspek met zwoerd besteld, wat helaas bij het ontdooien zonder zwoerd bleek. Dat is jammer, dan maar de super-knapperige-zwoerd-uitdaging uitstellen en zonder zwoerd aan de slag.
Ingrediënten
1400 gram buikspek met zwoerd (of zonder dus…)
Rozemarijn
Oregano
Knoflook
Peper en Zout
Bereiden
Ik heb het stuk buikspek over de breedte open gesneden zodat ik hem kan vullen met verse kruiden. Voor vlinderen vond ik het formaat wat te krap. Verse rozemarijn, oregano en knoflook hak ik met m’n koksmes super fijn. Zelfs m’n zoontje vond het er profi uitzien. Op het opengesneden stuk buikspek verdeel ik de kruiden en voor zie het ook rijkelijk van peper en zout. Met slagerstouw maak ik er een mooie rollade van en ik merk op dat de knoopjes steeds makkelijker gaan (leuk).
De kamado deel ik in met twee plate setters en een lekbak gevuld met water. Bij het bereiken van 110 graden Celsius leg ik m’n rollade in het midden en geef het een uurtje of vijf om een kerntemperatuur van 70 graden te bereiken.
Als de temperatuur bereikt is mag het vlees er even af. De sleuven gaan allemaal verder open en we gaan de temperatuur opvoeren naar zo’n 230 graden Celsius. Uiteraard willen we dat het spek nog wel wat krokanter gaat worden… ook al zit er dus geen zwoerd op deze keer.
Het vlees gaat er weer op wanneer de hoge temperatuur is bereikt, en dat gaat met zo’n Bastard vrij vlot.
Serveer tip:
Naast de porchetta serveer ik een spaghetti met rucola, zongedroogde tomaat, basilicum en mascarpone. Buiten dat het een heel lekkere combinatie is, ziet het er op het bord ook nog eens heel feestelijk uit. Smakelijk!
Ik zie ze best vaak voorbij komen in de sociale, Moink Balls. Met die mooie Bastard kamado in de tuin moet ik haast wel zo’n Moink Ball maken. Vandaag was ik toch al met verse Italiaanse kruiden bezig en had nog wat rozemarijn en oregano over. Dat is dan ook gelijk de basis van mijn gehaktballen van vandaag.
Ingrediënten
400 gram runder gehakt
3 plakken fijn gesneden jong belegen kaas
1 ei
Handje verse oregano blaadjes fijngehakt
Paar takjes verse rozemarijn fijngehakt
Vijftig gram paneermeel
60 ml melk
Peper en Zout
Spicy Coffe Rub van Dirty Cow (of wat je lekker vindt)
14 plakjes ontbijtspek… Voor 14 ballen
Bereiding
Meng in een grote kom het runder gehakt, kaas, ei, oregano, rozemarijn, paneermeel, melk en peper en zout goed door elkaar. Of eigenlijk, meng alles behalve de rub en het spek door elkaar. Maak hiervan veertien gelijke ballen van ongeveer 50 gram per stuk.
Rol de ballen door jouw favoriete rub heen. Dit hoeft niet te dik, als ze maar wel helemaal bedekt zijn. Daarna wikkel je ze in ontbijtspek en jas je er een prikkertje doorheen. Dat ziet er straks tof uit op je bod, maar het houdt de boel ook lekker bij elkaar.
De kamado steek ik aan en stel ik in op een temperatuur van 120 graden. Het grillen gaat indirect gebeuren wat natuurlijk prima gaat met een halve convector plate. Een halve lekbak gevuld met water plaats ik onder de grill. Het vet komt dan hierin terecht en niet op de hete convector plate of de kolen. En dat scheelt weer een heleboel rook!
Na een uurtje haal je de ballen even van het vuur om ze in te kwasten met een barbecue saus. Ik gebruik hiervoor mijn Easy Peasy Barbecue Sauce – Sweet. En dan gaan ze met z’n allen gezellig nog even terug voor een half uurtje op dezelfde temperatuur.
Wij eten er een frietje bij en wat komkommer (toch iets van vitaminen dan maar).
Trivia: Waarom heten de ballen Moink Balls? We hebben hier te maken met runder en varkensvlees. De koe zegt “Mooeee” en het varken “Oink”, Moink Balls. Maar bij het eten van deze ballen zeg jij vooral Mmmmm. Smakelijk!
Het maakt niet uit welke supermarkt je pakt tegenwoordig. Eén ding is zeker, er is genoeg keuze aan barbecue sauzen. Vaak ook hele lekkere sauzen. Toch vind ik het leuk om zelf ook met het maken van een lekkere barbecue saus aan de slag te gaan. Sterker nog, als ik in het keukenkastje een fles tomatenketchup half leeg zie staan wil ik hem bij vullen met ingrediënten om er een bbq saus van te maken. Deze Easy Peasy bbq Saus – Sweet gaat prima samen met een stukje kip, spare rib of karbonade. Ik heb hem gebruikt bij m’n heerlijke moink balls.
Ingrediënten
1 eetlepel olijfolie
½ rode ui fijngesnipperd
1 teentjes knoflook
Scheutje Worcestershire Saus
½ theelepel peper
½ theelepel chilipoeder
2 eetlepels bruine suiker
2 eetlepels stroop
250 ml ketchup
½ eetlepel mosterd
½ rode wijn azijn
Bereiding
In een steelpannetje fruit je in de olie de fijngesnipperde ui en als die wat glazig worden doe je ook de knoflook erbij. Beide pepers kunnen na wat roeren er ook bij. Zorg dat de boel niet aanbrandt en blijf dus goed roeren. Na een minuutje doe je ook de kertchup erbij, gevolgd door de overige ingrediënten.
Laat het even lekker doorkoken op een laag vuurtje. Het pruttelt lekker door en bindt een beetje in. Proeven en de smaak bijsturen kan natuurlijk heel goed.
Zet het vuur uit en laat het langzaam terug koelen. Wanneer de temperatuur de kamertemperatuur benadert kan je hem zeven en in de ketchupfles gieten. En zo is een ketchupfles ineens een bbq-sausfles geworden. Je kan de saus gekoeld nog weken bewaren. Lekker toch?
Dit is mijn eerste keer dat ik met een hele kip aan de slag ga. Ik heb op mijn vorige barbeque natuurlijk wel eens wat met kip gedaan. Maar een hele kip rechtop zetten om hem in z’n geheel te garen dat ging niet. Dan ging de deksel niet meer dicht.
In de kamado heb ik in de dome gelukkig wel die ruimte. Mijn idee is om een scharrelkip rechtop in z’n geheel te garen. Ik had daar al wel een kiphouder in m’n bezit, dus dat komt vandaag goed van pas.
Ingrediënten:
Hele scharrelkip
Rub
Twee theelepels grof zeezout
Twee theelepels gerookte paprikapoeder
Eén theelepel uienpoeder
Eén theelepel knoflookpoeder
Eén theelepel vier seizoen peper
Eén theelepel oregano
Barbecuesaus naar keuze
Tortilla’s
IJsbergsla
Paprika
Komkommer
Bereiding
Voor de kip heb ik een rub gemaakt op basis van zeezout, gerookte paprikapoeder, uienpoeder, knoflookpoeder en vier seizoenen peper. Ik voeg er ook nog wat verse rozemarijn aan toe. Met de vijzel maak ik alles fijn en wrijf de kip er lekker mee in.
Het bakje van de kiphouder vul ik met wat overgebleven is van de rub en appelsap. Ik hoop dat hierdoor de kip lekker mals blijft. Ook verwerk ik er m’n laatste takjes rozemarijn in zodat die aroma’s ook lekker z’n werk gaan doen.
De kamado stook ik op tot 150 graden Celsius en zorg voor indirecte hitte met behulp van de convector plates. Wanneer m’n Grilleye gaat piepen is de kamado op temperatuur en plaats ik in het midden de kip. Zonder problemen sluit ik de dome terwijl ik terug denk aan m’n oude barbecue.
Ik gebruik twee kernthermometers om de garing in de gaten te houden. De kipfilet laat ik uitkomen op zo’n 74 graden en de kippenpoot met 85 graden een stuk hoger. Dat kan ook makkelijk, de kippenpoten zitten dichter bij het vuur.
Als je kip klaar is neem ik hem mee naar de keuken om hem onder folie nog even te laten rusten. Hij is sowieso nog te heet om te plukken. Na een kwartierje pak ik hem uit en haal ik met de hand al het vlees eraf. Met twee vorken nog even “pullen” en door de barbeque saus mengen. Doe voorzichtig met de sappen van de kip, daar zit heel veel smaak in. Dat meng ik dan ook door de pulled chicken heen natuurlijk.
Wij eten de kip op een tortilla met barbeque saus, sla, komkommer, tomaat, paprika. Super leuk om dat aan tafel te beleggen.
De eerste pulled chicken wrap op de kamado is bij iedereen van het gezin een succes.
Het was zomer 2018, inmiddels alweer een poosje geleden. Ik was toen helemaal niet zo bezig met op niveau barbecuen (iets wat ik tegenwoordig wel probeer te doen). Tijdens een studiereis ben ik met toenmalig collega en inmiddels goede vriend Leonard beland in Fresno, Californië. We komen regelmatig samen met docenten wanneer Adobe een education summit organiseert. “Wat heeft dit nou met barbecuen te maken?”, hoor ik je vragen, maar het komt goed.
We zijn gastvrij ontvangen bij Seth Chambers en zijn gezin. Amerikanen barbecuen natuurlijk als het maar even kan. Vol trots vertelde Seth over het stuk tritip wat hij op z’n barbecue aan het bereiden was voor zijn Nederlandse vrienden. Hij gebruikte termen als “Low and slow… tritip…”. Op dat moment had ik geen idee waar hij het over had. Maar wat hebben we lekker gegeten daar.
Als ik weer in Nederland ben ga ik dat op m’n eigen barbecue ook proberen, dat wist ik vrij zeker! Bleu als ik was in het barbecue wereldje, wist ik niet hoe ik aan een stuk tritip kon komen. In Nederland kennen we die “American cut of meat” niet zo goed. Bij Beef Exclusief in Waddinxveen hadden ze dit natuurlijk wel! Niet eens zo gek ver bij mij vandaan, dus aan de slag.
Met de met zorg gemaakte aantekeningen bij de hand heb ik me toch een mooi stuk vlees weten te bereiden zeg. Op die oude barrel barbecue van me. Het is bij vrienden, familie, collega’s inmiddels bekend dat ik dat stukje vlees wel kan bereiden.
Maar nu ik een Bastard heb, moet het nog een stuk makkelijker gaan. De temperatuur blijft natuurlijk hartstikke constant in de kamado, wat enorm te goede komt aan het mooie stukje vlees. Ik ga hem bereiden zoals Seth het zou doen, dus tritip ala Seth met een mooie Santa Maria dry rub.
De voorpret begint als de avond voor het barbecue event. ‘s Avonds maak ik de rub zelf en rijkelijk voorzie ik het vlees van al deze smaken. Eerst wel even goed droogdeppen natuurlijk!
Er zijn twee verschillende manieren om tritip te bereiden. Op hoge temperatuur aanbraden en dan langzaam doorvaren, of rustig op temperatuur laten komen en dan hoog afbakken. Rustig aan beginnen is bij Seth favoriet en ik sluit me daar bij aan. Dit komt de malsheid van het vlees ten goede.
Laten we de Bastard maar is op temperatuur brengen. Met 110 graden Celsius creëer je een ideale omgeving om rustig te gaan beginnen. Terwijl de kamado opwarmt haal ik ik. Het vlees alvast uit de koelkast.
Met een kerntemperatuur van 45-50 graden Celsius gooien we alle sleuven open en gaan we voor heet en bakken we hem krokant. Af en toe ook even direct boven de kolen. Zo maken we het lekker knapperig totdat er een kerntemperatuur is van 60 graden.
Het liefste zet je er direct je tanden in. Maar dit mooie stukje vlees moet je zo’n 20 minuten laten rusten in de folie om rustig bij te komen. Zo gaart het nog even door en houdt het z’n sappen lekker vast.
Snij het op de draad en geniet. Enjoy your meal!
Notities
Vandaag heb ik een tritip van 900 gram bereid. In 50 minuten tijd bereikte hij vanaf 7 graden de 45 graden en bij 60 minuten haalde ik hem eraf met 50 graden als kerntemperatuur.
Mijn eerste ervaring met een kamado was bij Landal Greenparks “De Vers” in Brabant. Daar stond een Grill Guru kamado bij ons huisje. Ik heb daar best wat lekkere dingen gemaakt in het weekje wat we daar waren, maar deze zalm was het hoogtepunt van de week. En niet eens zo lastig om te maken.
Het idee van deze combinatie stond niet iedereen heel erg aan, maar het bleek een succesnummer. Nu ga ik het maar is proberen om m’n eigen kamado.
Ingredienten:
Zalmfilets met huid
Mosterd
Bruine basterd suiker
Zeezout
Cederhouten plankje
Bereiding:
Het is aan te raden de kamado altijd tot dezelfde hoogte te vullen met houtskool. Door altijd dezelfde stappen te nemen weet je steeds beter te plannen. Ik werk toe naar een constante temperatuur van 200 graden C. Hierna leg ik beide halve convertor plates in de kamado.
De zalmfilets smeer ik aan de bovenkant in met een lekkere laag mosterd. Ik houd nogal van mosterd dus smeer ik rijkelijk. Dit is natuurlijk per persoon anders, maar zorg in ieder geval voor een mooie laag. Daarna volgt een laagje bruine basterd suiker zodat je de mosterd haast niet meer ziet.
Het Cederhouten plankje hoef je met een kamado niet nat te maken. De kamado is zuurstof-arm waardoor de kans op het in vlam zetten van het plankje minimaal is. Het voordeel is dat hierdoor de smaak van het ceder hout veel eerder jouw product bereikt. Het plankje laat ik alvast een paar minuten op temperatuur komen voordat de zalm erbij komt.
De zalm leg ik erin met een probe van de GrillEye. Op de app houd ik het visje goed in de gaten. Verse zalm kan je ook rauw eten, dus we gaan niet te hoog. Bij 45 graden C. is de vis gaar genoeg en zeer sappig.
Serveertip:
Wij eten zalm graag met broccoli of spinazie. Vandaag kiezen we voor een verse pasta gevuld met eekhoorntjesbrood met spinazie. Eetsmakelijk.
De tijd dat er op de barbecue alleen maar vlees te vinden was op de grill is inmiddels verleden tijd. Ik vind het leuk om naast het grillen van vlees ook te zoeken naar mooie vegetarische gerechten. Uit mijn eerste zoektocht is best een leuke vega burger gekomen. Je moet niet denken dat het een hamburger is, maar het is zeker een smakelijk burger product geworden. En het was ook nog eens een leuk projectje.
Ingrediënten voor 4 burgers:
Kikkererwten 400 gram, 265 gram uitgelekt
Kidneybonen 200 gram, 125 gram uitgelekt
Zwarte bonen 200 gram, 130 gram uitgelekt
Zoete aardappel 150 gram, gaar, gepoft op de bbq het lekkerst
2 tl Gerookte paprikapoeder
1 tl Oregano
40 ml BBQ-saus
1 tl Marmite
Peper en zout naar smaak
Voor het broodje:
4 Italiaanse bollen
IJsbergsla
Plakjes tomaat
Truffel mayonaise
Als je het lekker vindt: Cheddar kaas
BBQ saus
De basis van mijn burger is kikkererwten en bonen. De kikkererwten zorgen ervoor dat hij een mooie vorm behoudt en de kidney en zwarte bonen zorgen voor een toch iets vleesachtige smaak. Hier thuis zijn we ook fan van de zoete aardappel dus ook die voeg ik toe om een smakelijke burger te gaan creëren.
Met de staafmixer, bij gebrek aan keukenmachine, maal ik het tot een grove substantie. Een substantie die nog verder op smaak wordt gemaakt met gerookte paprikapoeder, oregano, peper, zout, barbecue saus, marmite en wat barbecue saus. De burger moet een mooi geheel blijven en dat bereik je door ook bloem toe te voegen. Met als laatste een frisse toevoeging van platte peterselie moet ervoor zorgen dat er een smaaksensatie.
Als het deeg even in de koelkast tot rust is gekomen van alle inspanningen besluit ik de burgers maar eens te gaan maken. Ik vul de burgerpers met ongeveer 175 gram deeg en maak er een mooie vorm van. Vanaf dat moment denk ik pas dat ik burgers aan het maken ben. Het ziet er al tof uit zo.
The Bastard staat intussen al te loeien op zo’n 200 graden. Ik heb hem ingericht met een halve convector plate. Zo kan ik direct grillen en ze indirect laten doorgaren.
Net voordat de burgers de grill op gaan kwast ik ze nog even in met Becel Olieblend en begin met aan iedere kant 3-4 minuten te grillen om een mooi korstje te creëren. Daarna laat ik ze nog 15 minuten doorgaren boven de convector plate. Een mooi moment om richting het einde de Italiaanse bollen ook even te grillen. Cheddar vind ik wel lekker, dus op mijn burger ook maar een plakje cheddar erbij zodat deze ook gaat smelten.
Als er een mooi streepje is ontstaan van de grill op het broodje haal ik alles eraf en gaan we bouwen. Een lekker dotje truffel mayonaise en een blaadje sla vormen het fundament van onze mooie burger. Bovenop de burger (en in mijn geval bovenop de cheddar) nog wat BBQ saus, plakjes tomaat en de bovenkant van de Italiaanse bol. Nu nog een prikkertje er doorheen en een patatje uit de AirFryer ernaast. Smakelijk eten!
Dit is sowieso even anders dan m’n vorige barbecue. Eerlijk gezegd rommelde ik daar maar wat aan en kwam het vaak best wel goed. Aanrommelen met een kamado moet je niet doen. Deze is bij uitstek geschikt om de temperatuur constant te houden. Jouw product vindt dat natuurlijk het lekkerst. Een sauna waar de temperatuur steeds schommelt zou ik ook niet tof vinden.
De temperatuur beheersing begint al bij het aansteken. Ik kies ervoor om m’n basket helemaal af te vullen met goede kwaliteit houtskool. Met goede kwaliteit bedoel ik dat het echt grote stukken houtskool zijn. Of ik nu kort of lang ga barbecuen, ik zal altijd dezelfde hoeveelheid kool gebruiken. Dan weet je elke keer wat de verachting is qua tijd en temperatuur. Wat je overhoudt aan het einde, dooft en kan je de volgende keer verder gebruiken. Met twee aanmaakwokkels kan je hem makkelijk aansteken, maar zelf gebruik ik de looft lighter.
Bij het aansteken zet je de onderste sleuf en het deksel helemaal open. Veel zuurstof bij het starten is nodig.
In de berg houtskool maak ik twee kleine kuiltjes om de wokkels, of de looft ligther te plaatsen.
Plaats wat houtskool boven de vlam, maar zorg dat er nog voldoende lucht bij kan. De vlam moet blijven ademen, en ondertussen de kolen laten goeien.
Na zeven minuten moet het een aardige hoeveelheid gloeiende kolen opleveren. En dan ga je bepalen wanneer de het deksel gaat sluiten, want dat bepaalt jouw basis temperatuur in de kamado.
Na tien minuten het deksel dicht is fijn voor low and slow. Dan houdt je gemakkelijk een temperatuur rond de 90 graden Celsius.
Na dertien minuten het deksel dicht is ideaal wanneer je het een temperatuur wilt hebben van 230 graden.
Na 20 minuten het deksel dicht zorgt voor een temperatuur van rond de 300 graden.
De onderste sleuf zorgt voor grote temperatuur bijstellingen, een tikje kan zo tien graden verschil geven. De stelring bovenop kan je verschillen opleveren tot een graad nauwkeurig.
Belangrijk is het dus om hierbij niet zomaar wat aan te rommelen. Maar probeer te snappen waar jouw temperaturen zitten voor jouw kamado. Leg jouw referenties vast en doe dit iedere keer op dezelfde manier. Dat maakt het grillen met een kamado een heel relaxte bezigheid.
Ik had mij laten verleiden door een prachtig stuk Picanha bij de Makro. Een echte American Cut, echter had ik mij iets verkeken op het gewicht. Een echte Picanha is eigenlijk maximaal anderhalve kilo. Dit stuk ging de twee kilo ruim voorbij. Dat houdt in dat er te veel is meegesneden en dat is niet zo mooi voor de Picanha. Daarnaast is het ook gewoon veel te veel vlees voor ons vieren. Ik besloot er een drietal steaks vanaf te snijden. Deze heb ik opzij gelegd en bewaard voor tweede paasdag. Superleuk om twee verschillende bereidingen te doen van dezelfde aankoop. So steaks it is!
Picanha steak met een puree van zoete aardappel en chimichurri saus
Onwijs lekker!
Ingredienten:
De steak: 1000 gram Picanha steak gesneden in 3 mooie plakken Grof gemalen zeezout
De puree: 3 grote zoete aardappelen in schil Peper en zout
De Chimichurri saus: 100 ml olijfolie 40 ml rode wijn azijn 1/2 bosje platte peterselie 1/4 rode ui 4 tenen knoflook 1/2 rode punt paprika
Bereiding
Ik heb best wat te doen met dit gerecht. Dus het sausje maak ik vooraf. De peterselie, rode uit, knoflook en paprika snijd ik superfijn zodat het een mooie substantie vormt als ik er de olijfolie en rode wijn azijn bij giet. Ik kon niet wachten en heb de saus een dag van te voren gemaakt en zo kon de smaak ook goed doortrekken.
De dag van barbecuen is aangebroken! Het wordt vandaag spelen met temperaturen. Dat is precies iets wat ik wil leren met m’n nieuwe trots. De zoete aardappelen ga ik poffen, iets dat moet op een hoge temperatuur. Dus bij het aansteken van de kamado open ik de de dome zo’n twaalf minuten met de onderste sleuf open. Dan dicht en sluit ik de sleuf ongeveer halverwege en de schoorsteen knijp ik ook wat dicht. Zo loopt de temperatuur mooi op naar 200 graden. Op deze temperatuur ga ik de zoete aardappelen een uur poffen. Door de sleuf nog wat dichter te doen lukt dat goed.
Bij zo’n veertig minuten sluit ik de boel nog meer totdat er een minimale trek ontstaat in de kamado en zo zakt de temperatuur mooi naar 110 graden. Na dat uurtje loeien gaan de zoete aardappelen eraf en laat ik ze in folie nog even doorgaren.
De steaks heb ik voorzien van wat zout, meer niet. Hierdoor droogt hij wat uit aan de buitenkant en kan ik ze mooi indirect gaan grillen boven m’n halve convector plate. De GrillEye houdt een oogje in het zeil todat ik een kerntemperatuur meet van 24 graden. Dat is precies goed om ze om te draaien en door te garen tot 48 graden.
Het vlees gaat eraf en de sleuven gaan open om weer de 200 graden te bereiken of zelfs te passeren! Dat geeft mij de tijd om het vlees droog te deppen en in te smeren met olijfolie. Boven de kolen, dus direct ga ik de steaks verder bakken tot een kerntemperatuur van 52 graden. Ze worden prachtig bruin. En ze zijn door de langzame garing heerlijk mals.
De zoete aardappelen prak ik met wat peper en zout tot een lekkere puree die ik over het bord uit smeer. Ik trancheer de steak in mooie plakjes en leg die op de puree. Dan nog afmaken met wat chimichurri saus en er ligt een smaakexplosie op je bord die er ook nog eens fantastisch uit ziet. De smaken van de zoete aardappel, de picanha steak en de chimichurri complementeren elkaar enorm.
Let je op dat je goed op de draad snijdt? Dan krijg je kleine blokjes te zien in de plakken die je snijdt. Dan is het resultaat op je bord super mals.
Het is officieel… gerecht twee is een succesnummer.
Als je dan een nieuw speeltje in je tuin hebt staan, dan wil je ook wel een goed stuk vlees bereiden. Ik heb gekozen voor de Picanha, ofwel het Staartstuk in het Nederlands. Bij het rund vind je dit stuk vlees op de rug net voordat de staart begint.
Sinds eind maart 2021 ben ik de eigenaar van een serieuze kamado barbecue, The Bastard Large. Een werkelijk prachtige robuuste kamado.
Qua bereiden is het ook wel even wennen. Hoe houd ik de temperatuur goed onder controle? Dat is goed te doen met een keramieke barbecue, maar toch moet je het wel even ervaren.
Ik verwacht dat de temperatuur best wel eens een keertje gaat doorschieten en dat ik nog niet direct goed met de sleuven kan bijstellen. Dat mooie stuk vlees moet daarom wel tegen een klap kunnen, en dat kan de Picanha wel. Het liefste houd je hem zo rond de 140 graden, maar een uitschieter naar de 150 kan hij wel tegen. Maar het plan is dus in het begin niet te heet.
Het stuk vlees wat ik had gekocht was eigenlijk wat te groot voor ons gezin van vier, dus ik heb er een leuke steak vanaf gesneden. Dat stuk gaat later deze week op de kamado.
De vetkap van de Picanha heb ik kruislings ingesneden zodat de rub goed kan intrekken. Daarnaast zorgt het ook ervoor dat het vet makkelijker gaat smelten. De mooie dry rub met een lichte koffie smaak gebruik ik op het vlees en wat meer op het vet. Om het vet wat meer uit te drogen voeg ik ook nog wat grof zeezout toe op het vet.
De kamado staat op de 130-140 graden lekker te verwarmen. Een mooi moment om even boven de kolen direct het vet wat laten smelten. Een halve minuut tot een minuut moet genoeg zijn om het smelten goed op gang te brengen. Pas wel op voor de vlammen! We zijn niet aan het cremeren, dus laat het vlees een beetje rondom de vlammen dansen.
Daarna boven de halve deflector op 140 graden met een kernthermometer in het vlees kan het niet mis gaan. En gaat het mis dan merk je dat snel genoeg en stel je bij. Dat was bij mij wel even het geval.
Mijn grilleye thermometer gaf 48 gr Celsius aan, tijd om het vlees even van de grill te halen. Ik leg het mooi gekleurde vlees even onder aluminium folie. Niet helemaal inpakken, anders slaat de warmte naar binnen.
De boel even flink opstoken tot zo’n 250 graden om dan het vlees weer direct boven de kolen te plaatsen met het vet naar beneden. Snel sluit je de dome om de heftige vlammen te voorkomen. Daarna omdraaien en op die manier 54 graden weten te bereiken zorgt voor een heerlijk eindresultaat.